Onlangs heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan die richting geeft aan de “billijke vergoeding” die een werknemer kan krijgen in geval van een ontslag waarbij de werkgever zich misdragen heeft. De Hoge Raad geeft aan dat vooral gekeken moet worden naar de schadelijke gevolgen voor een werknemer. Het gaat er dus niet om de werkgever te straffen, maar om wat billijk is voor de werknemer.

Sinds juli 2015 hebben werknemers die langer dan twee jaar in dienst zijn geweest, bij ontslag door hun werkgever recht op een transitievergoeding. Dit wettelijk recht op een vergoeding vervangt de zogenaamde kantonrechtersvergoeding.

Naast de transitievergoeding kan aanspraak bestaan op een billijke vergoeding als de werkgever zich heeft misdragen. De billijke vergoeding moet door de rechter worden vastgesteld en dat betekent dat de werknemer de gang naar de rechter moet maken. Bovendien bestaat voor de billijke vergoeding geen eenvoudige rekenformule zoals bij de transitievergoeding. De bedragen die tot nu toe werden toegekend aan billijke vergoeding liepen nogal uiteen en hingen af van de rechtbank. Dat maakt het inschatten van de kansen en risico’s in een dergelijke procedure lastig.

De Hoge Raad heeft nu bepaald dat werknemers die een billijke vergoeding vorderen, recht hebben op maatwerk door de rechter. De uitspraak van 30 juni 2017 van de Hoge Raad biedt wat dat betreft handvatten voor onderbouwing en concretisering van de hoogte van de vergoeding.

Wie de uitspraak van de Hoge Raad wil lezen, klikt hier.

 

OVER DEZE BLOGGER

Marianne Willems, advocaat bij De Mul Zegger Advocaten, houdt zich o.m. bezig met personen- en familierecht, arbeidsrecht en sociale zekerheid.

Marianne-Willems-De-Mul-Zegger